Tenosynoviale reuzenceltumor: eerste actieve ingrediënt vóór EU-goedkeuring



Tenosynoviale reuzenceltumor is een zeldzame, niet-kwaadaardige tumor die zich ontwikkelt in of nabij gewrichten, zoals die in de vingers. / © Adobe Stock/Ladanifer
Tenosynoviale reuzenceltumor (TGCT) is een zeldzame, goedaardige tumor die zich ontwikkelt in of nabij gewrichten. Naar schatting komen er jaarlijks 1,8 nieuwe gevallen per 100.000 inwoners voor. De piekincidentie ligt tussen de 20 en 40 jaar.
TGCT wordt veroorzaakt door een ontregeling van het gen voor koloniestimulerende factor 1 (CSF1), wat leidt tot overproductie van CSF1. TGCT staat ook bekend als reuzenceltumor van de peesschede of gepigmenteerde villonodulaire synovitis.
Hoewel TGCT niet kwaadaardig is, is het een lokaal agressieve neoplasie die kan groeien en schade kan veroorzaken aan omliggende weefsels en structuren. Pijn , zwelling en beperkte beweging van het gewricht zijn mogelijke gevolgen. De belangrijkste behandelingsoptie is een operatie.
De tumoren zijn echter gevoelig voor recidief, met name diffuse TGCT. Indien onbehandeld of herhaaldelijk terugkerend, kan er schade en degeneratie optreden in het aangetaste gewricht en de omliggende weefsels, wat mogelijk tot aanzienlijke invaliditeit kan leiden. Bij een deel van de patiënten kan chirurgische resectie mogelijk leiden tot verergering van functionele beperkingen of ernstige morbiditeit.
Vimseltinib is goedgekeurd voor de behandeling van volwassen patiënten met symptomatische TGCT geassocieerd met een klinisch relevante achteruitgang van de fysieke functie. De voorwaarde voor gebruik is dat chirurgische behandelingsopties zijn uitgeput of zouden leiden tot onaanvaardbare morbiditeit of invaliditeit. Indien goedgekeurd door de Europese Commissie, zou dit de eerste zijn. Actief bestanddeel met deze indicatie.
Vimseltinib is al goedgekeurd in de VS. Zijn klasgenoot pexidartinib (Turalio®) is daar ook goedgekeurd voor TGCT. Het antilichaam emactuzumab, dat zich richt op de CSF1-receptor (CSF1R), wordt momenteel getest in een fase III-studie.
In tegenstelling tot het parenteraal toegediende antilichaam kunnen de twee kinaseremmers vimseltinib en pexidartinib oraal worden ingenomen. Ze remmen CSF1R. Dit blokkeert de autofosforylering ervan en remt de signalering die wordt geïnduceerd door ligandbinding. Bovendien wordt de proliferatie van cellen die CSF1R tot expressie brengen, geremd. Het EMA vat het werkingsmechanisme als volgt samen: Vimseltinib oefent zijn antineoplastische effect uit door het remmen van CSF1R-expressieve cellen en het blokkeren van de daaropvolgende signaalroutes die de groei en proliferatie van tumoren bevorderen.

pharmazeutische-zeitung