Artsen en verpleegkundigen: wedstrijden zijn aantrekkelijker als er serviceaccommodatie is.

Iedereen in het veld is zich terdege bewust van de aanzienlijke moeilijkheden waarmee zorginstellingen te maken hebben bij het werven van zorgpersoneel, met name – zo niet uitsluitend – verpleegkundigen en artsen die gespecialiseerd zijn in vier of vijf specifieke disciplines. Competities zijn ofwel gesloten ofwel ontvangen ze een volstrekt onvoldoende aantal sollicitaties om een betrouwbare en duurzame ranking te garanderen. Er zijn in wezen twee redenen: een algemene – het onvermogen van de huidige regelgeving om aan de behoeften van organisaties te voldoen – en een subjectieve en cyclische – namelijk het gebrek aan aantrekkelijkheid dat de verpleegkundige en medische beroepen nu hebben bereikt, beperkt tot de disciplines pathologie, anesthesie en intensive care, spoedeisende geneeskunde, geriatrie en radiotherapie, om slechts de meest kritische van de twintig te noemen waarvoor de begrotingswet van 2025 de beurzen heeft verhoogd. In het recente verleden zijn er enkele pogingen gedaan, zoals in het geval van de regio Toscane, die – ondanks de toepassing van het beruchte presidentieel decreet 483/1997 – met de operatie "Start-smart Competition - water/land" probeerde de procedure te richten op specifieke bedrijfsbehoeften door een gericht addendum aan de aanbesteding toe te voegen.
Onlangs zijn er verschillende persberichten verschenen over twee initiatieven die het inhuren van de bovengenoemde zorgmedewerkers aantrekkelijker zouden kunnen maken voor de National Health Service (NHS). Het eerste, dat op 22 juni in La Stampa werd gepubliceerd, betreft het initiatief van de gemeente Verbania, die, als onderdeel van haar vastgoedverkoopplan, haar laatste onverkochte appartement niet langer zal veilen. Het driekamerappartement zal worden aangeboden aan de VCO Local Health Authority (ASL) voor haar Healthcare Reception Plan (PAS). Dit zijn initiatieven die de zorgautoriteit samen met burgemeesters probeert te implementeren om de verhuizing van zorgmedewerkers te stimuleren, nu er landelijk een tekort is aan artsen en verpleegkundigen. Andere gemeenten in de regio hebben ook de mogelijkheid goedgekeurd om in hun aanbestedingen een deel van de gemeentelijke woningen te reserveren voor zorgmedewerkers. Bovendien bevat de regionale wet op de sociale huisvesting een specifieke bepaling over de toewijzing van huisvesting aan wetshandhavers en brandweerlieden, en de huidige noodsituatie in ziekenhuizen zou zeker rechtvaardigen dat zorgmedewerkers als zodanig worden aangemerkt.
Maar het genoemde initiatief is zeker niet geheel nieuw, aangezien de kwestie van het verstrekken van personeelshuisvesting geenszins nieuw is. Al 21 jaar geleden bevatte de Nationale Collectieve Arbeidsovereenkomst (CCNL) voor het voormalige Gebied IV van 10 februari 2004 de volgende clausule in artikel 22, lid 4: "De onderneming mag, op eigen kosten, het gebruik van personeelshuisvesting regelen voor bijzondere behoeften die verband houden met het specifieke type taken dat wordt uitgevoerd door eerder geïdentificeerde categorieën managers." Een identieke bepaling was al voor de sector opgenomen in artikel 27, lid 4, van de Nationale Collectieve Arbeidsovereenkomst van 20 september 2001, toen de gezondheidszorg te kampen had met een ernstig tekort aan verpleegkundigen. Net zoals er universitaire huisvesting bestaat, zou er ook overeenkomstige ziekenhuishuisvesting moeten worden gerealiseerd: interne ruimtes in bedrijfsfaciliteiten bestaan, en met een beetje vooruitziende blik hadden middelen uit de PNRR of, zelfs daarvoor, die van het ESM kunnen worden gebruikt, hoewel sommigen hebben gezegd dat "we die niet nodig hebben".
Het tweede nieuwsbericht komt uit de regio Veneto (Regionaal Portaal, persbericht nr. 1148 van 1 juli) en betreft de nieuwe maatregel van de regionale overheid van Zaia, de eerste regio die deze heeft voorgesteld om de personeelscrisis in de lokale ziekenhuizen aan te pakken. Het gaat om een jaarlijkse subsidie van € 1.000 voor elk van de drie jaar van het programma voor nieuwe studenten die zich inschrijven aan de faculteiten Verpleegkunde van Padua en Verona en die slagen voor het jaarlijkse stage-examen. De stimulans wordt voor elk jaar van de opleiding uitgekeerd in de vorm van vouchers, via de arbeidsbureaus, voor een totale investering van € 9 miljoen. Zoals te verwachten was, heeft zelfs een dergelijk initiatief tot onvrede geleid; sommigen beschouwen het als een electorale truc en in ieder geval niet structureel. Het onderliggende idee is echter volkomen legitiem en gericht op het werven van meer verpleegkundigen dan er momenteel solliciteren.
Niettemin wil ik, uit dankbaarheid voor de historische herinnering aan ons openbare gezondheidszorgsysteem, eraan herinneren dat vele, vele jaren geleden het Pio Istituto di S. Spirito in Rome – het grootste ziekenhuis van Europa – met zijn talrijke verpleegopleidingen niet alleen boeken, uniformen, lessen en maaltijden aan studenten verstrekte, maar ook een stijgend "voorschot" betaalde gedurende de driejarige opleiding. Bovendien was de opleiding volledig gratis, exclusief de huidige regionale DSU-belastingen. Als we daar dan nog aan toevoegen dat studenten die binnen een maand of twee afstudeerden, rechtstreeks werden aangenomen door het ziekenhuis waar ze studeerden, dat aanzienlijke middelen in hen had geïnvesteerd, dan is er een mogelijke oplossing voor de crisis in het verplegend personeel te vinden: een opleidings- en arbeidsovereenkomst, die in het tweede jaar van de driejarige opleiding wordt getekend. Deze oplossing zou openbare concurrentie vermijden, de loyaliteit van verpleegkundigen vergroten en het verlies van bestaande investeringen voorkomen. Deze oplossing zou, met de nodige onderscheidingen, ook voor artsen kunnen gelden.
ilsole24ore