Acties van Trumps team op het gebied van gezondheidsbeleid botsen met het 'MAHA-rapport'

De regering van Trump heeft onlangs een manifest gepubliceerd over wat er mis is met de gezondheid in Amerika, maar veel van de maatregelen die ze neemt, botsen met de antwoorden die ze geeft.

Wetenschappers en pleitbezorgers voor de volksgezondheid zien grote discrepanties tussen wat de regering over gezondheid heeft gezegd – met name in het MAHA-rapport , dat president Donald Trump onlangs in het Witte Huis presenteerde – en wat ze daadwerkelijk doet.

Zo stelt het rapport dat er meer onderzoek nodig is naar chronische ziekten en de cumulatieve effecten van chemicaliën in het milieu. Maar de massale intrekking van federale onderzoekssubsidies door de regering-Trump heeft de studies naar deze onderwerpen verstoord.

Het rapport hekelt door de industrie gefinancierd onderzoek naar chemicaliën en gezondheid als wijdverbreid en onbetrouwbaar. Maar de regering probeert de overheidsfinanciering, die als tegenwicht zou kunnen dienen, te verminderen.

"Er zijn veel inconsistenties tussen retoriek en actie", aldus Alonzo Plough, wetenschappelijk directeur bij de Robert Wood Johnson Foundation, een filantropische instelling die zich richt op gezondheid.

Het rapport, een hoeksteen van president Donald Trumps 'Make America Healthy Again'-agenda, werd uitgebracht door een commissie bestaande uit minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken Robert F. Kennedy Jr. en andere topfunctionarissen van de regering.

Het werd al snel beroemd vanwege de voetnoten in niet-bestaande bronnen en de aanwijzingen dat het met behulp van kunstmatige intelligentie was geproduceerd. Karoline Leavitt, woordvoerder van het Witte Huis, beschreef de problemen als "opmaakproblemen" en de regering herzag het rapport.

Woordvoerders van het Witte Huis en het ministerie van Volksgezondheid en Sociale Zaken hebben niet op vragen voor dit artikel gereageerd.

Om het grotere plaatje te schetsen, denk eens aan het geval van de poepluiers.

Uit het MAHA-rapport blijkt dat chemische stoffen in het milieu risico's kunnen vormen voor de gezondheid van kinderen. Het land moet "de cumulatieve belasting van meervoudige blootstellingen en de mogelijke impact daarvan op de gezondheid van kinderen beter begrijpen."

De Environmental Protection Agency (EPA) dacht in 2020 in dezelfde richting toen ze wetenschappers vroeg om manieren voor te stellen om de blootstelling van kinderen aan chemicaliën uit bodem en stof te onderzoeken. Ze stelde dat het inslikken van fijnstof – door hun handen op de grond of vloer te leggen en vervolgens in hun mond te stoppen – voor jonge kinderen een aanzienlijke manier kan zijn om blootgesteld te worden aan verontreinigende stoffen zoals herbiciden en pesticiden.

Eén subsidie ging naar een team wetenschappers van de Johns Hopkins University en de University of California-San Francisco. Onderzoekers kregen toestemming om monsters te verzamelen uit de huizen van mensen, waaronder stof en luiers.

Maar afgezien van een kleine testrun konden ze de urine- en ontlastingsmonsters niet analyseren, omdat de subsidie dit voorjaar werd beëindigd, aldus onderzoeksleider Keeve Nachman, hoogleraar milieugezondheid en -techniek aan de Johns Hopkins-universiteit.

"De doelstellingen van de toekenning zijn niet langer in overeenstemming met de financieringsprioriteiten van de EPA", aldus het agentschap in een opzeggingsbericht van 10 mei.